Noodoplossingen lerarentekort; Het wordt nog erger, dus blijf meepraten
Vijf grote steden krijgen extra geld en gaan het lerarentekort met meerjarige noodplannen te lijf. “Zorg als mr dat je goed weet wat er op jouw school gaat gebeuren. Ook noodoplossingen vallen onder het advies- en instemmingsrecht van een mr.”
Steeds weer kortstondige noodverbanden aanleggen om het lerarentekort op te vangen, dat kost scholen ongelofelijk veel energie en tijd. Daarom hebben vijf grote steden (Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht en Almere) ieder een eigen meerjarig en bovenbestuurlijk noodplan gemaakt waarin staat hoe ze het lerarentekort in het primair en speciaal onderwijs aan willen pakken. Het ministerie geeft deze G5 extra geld om een deel van die plannen de komende 4 jaar uit te voeren.
Keuzes vragen om maatwerk per school en inspraak van het team
Adviseur medezeggenschap Marcel Koning van de Algemene Onderwijsbond raadt mr-leden in de vijf grote steden aan om de plannen van gemeente en schoolbestuur goed door te spitten. Koning: “Zorg dat je weet: wat gaat mijn bestuur en wat gaat mijn school doen. Welke afspraken komen er met andere scholen? Botsen voornemens met het huidige beleid? Nodig de directie uit voor een toelichting. Zorg dat je te weten komt wat het concreet betekent voor personeel, leerlingen en ouders. Dit moet echt maatwerk zijn, want binnen één stad zijn de verschillen tussen scholen natuurlijk vaak al enorm groot.
Verborgen vacatures
Uit de plannen van Den Haag en Rotterdam blijkt dat het lerarentekort veel groter is dan altijd werd gedacht. Beide steden hebben de zogenoemde ‘verborgen vacatures’ kaart gebracht. Dan gaat het over lege plekken voor de klas waarvoor een noodoplossing werd bedacht omdat er geen bevoegde leerkracht beschikbaar was. In Rotterdam waren er volgens de officiële cijfers bijvoorbeeld ‘maar’ 40 vacatures, en gaat het volgens deze telling in werkelijkheid om 120 lege plekken, omdat 80 gevallen met een noodverbandje werden opgelost en daarom eerder niet mee zijn geteld. In Den Haag gaat het om 42 officiële vacatures, tegen 332 ‘verborgen’ functies. Die verborgen vacatures zijn dus vaak ‘houtje-touwtje’ opgelost, schreef het Onderwijsblad begin dit jaar al.
Meer gepensioneerden
Het lerarentekort zal in het hele land door de coronacrisis alleen nog maar groter worden, is de verwachting. Leerkrachten die tot een risicogroep behoren of daar nauwe banden mee hebben, kunnen hun werk voor de klas vanwege het besmettingsgevaar niet meer doen. Er zullen naar verwachting dan ook meer (oudere) leerkrachten versneld het onderwijs verlaten. Ook lijkt er een pensioengolfje aan te komen doordat de verhoging van de AOW-leeftijd langzamer verloopt sinds het Pensioenakkoord van 2019. Koning raadt álle medezeggenschapsraden dan ook aan om de wenselijkheid van een noodplan op de agenda te zetten: “Ook buiten de G5 hebben veel scholen met een groot en acuut tekort te maken.”
Onbevoegd
Eén van de maatregelen die de vijf steden de komende jaren uit willen gaan proberen, is onbevoegden voor de klas te zetten. Eén dag per week voorlopig, maximaal 22 uur per maand. Minister Slob vindt dat acceptabel, gezien de ‘noodsituatie’ in die vijf steden. Hij wil wel dat goed wordt bijgehouden hoe veel er gebruik wordt gemaakt van die mogelijkheid.
De Algemene Onderwijsbond is er principieel op tegen. Onbevoegden voor de klas zetten is een devaluatie van het vak en zal ten koste gaan van de kwaliteit van het onderwijs, vindt AOb-voorzitter Eugenie Stolk: de kinderen zullen er de dupe van worden. Ook AOb-bestuurder Jelmer Evers waarschuwt voor alle experimenteerdrift: “Je kunt niet alle wet- en regelgeving aan de kant zetten om maar iemand voor de klas te krijgen – maakt niet uit wie.” Opvang is heel iets anders dan onderwijs, benadrukt hij.
Mr moet meepraten
Medezeggenschapsadviseur Marcel Koning roept de betrokken mr’s van alle po- scholen en scholen in het speciaal onderwijs van de betreffende steden op, om de noodplannen nauwkeurig door te lezen. In de ‘beleidsregel’ die het ministerie schreef over de experimenten, staat nadrukkelijk dat de mr van een school daarbij betrokken moet worden. “Voordat de school een eerste melding doet (..) stelt de school een plan op schoolniveau op en legt dit ter instemming voor aan de medezeggenschapsraad, bedoeld in artikel 3 van de WMS. Indien het plan op schoolniveau inhoudelijk wordt gewijzigd, is opnieuw instemming van de mr nodig.”
Dit is zo geregeld omdat de plannen mede betrekking hebben op de inrichting en kwaliteit van het onderwijs, zaken die in het schoolplan thuishoren en dus onder artikel 10 WMS vallen, waarvoor instemmingsrecht van de hele mr geldt. In het noodplan moet staat in welke situaties en op welke wijze gebruik zal worden gemaakt van de voorstellen. Een mr-lid in Amsterdam zegt al te merken dat zeker ‘in de corona-paniek’ de mr nogal eens wordt vergeten.
Zware taak
Zulke voorstellen leggen ook een zware druk op schouders van mr-leden, stelt AOb-voorzitter Stolk in een brief aan de Tweede Kamer. “Op dit moment wordt er veel van de medezeggenschap gevraagd. Nu moeten zij op korte termijn gaan besluiten of het mogelijk wordt onbevoegden voor de klas te zetten en de invulling van de onderwijstijd te versoepelen. Naast het belang van goed onderwijs, zullen zij zeker ook druk voelen om kinderen zo min mogelijk naar huis te sturen. Dat is een behoorlijke verantwoordelijkheid die vraagt om een gedegen voorbereiding. Het gevaar bestaat dat dit op het niveau van de gmr wordt getild, waarbij de mr helemaal buitenspel wordt gezet.”
Dat is natuurlijk niet de bedoeling, benadrukt Koning. “Scholen verschillen onderling, qua problematiek en dus meest passende oplossingen. Die keuzes vragen om maatwerk per school en natuurlijk om inspraak van het team.”
Onderwijstijd
Net voor het zomerreces nam de Tweede Kamer een motie aan dat de uren die onbevoegden geven, niet mee mogen tellen als onderwijstijd. Stolk is daar tevreden over: “Er moet echt worden bijgehouden hoeveel onderwijstijd er ingevuld kan worden met bevoegde leraren, zodat het lerarentekort eindelijk in volle omvang zichtbaar wordt.”
Medezeggenschapsadviseur Koning is ook blij dat de motie is aangenomen, maar de unanieme steun van alle fracties betekent niet automatisch dat minister Slob de uitspraak opvolgt, waarschuwt hij. Als dat wel gebeurt, en de onbevoegde uren tellen niet meer voor de wettelijk vastgestelde minimum onderwijstijd, dan voldoen scholen die onbevoegden inzetten waarschijnlijk niet aan de wet. “Maar tegelijkertijd: de inspectie houd je waarschijnlijk niet aan het onmogelijke en onze onderwijstijd (940 uur per jaar) is misschien wat hoog als je die vergelijkt met andere landen. De AOb pleit er al langer voor om daar onderzoek naar te doen, of het aantal onderwijsuren niet naar beneden zou kunnen in het po.”
Grote stedentoeslag
In het noodplan van Amsterdam staan nog een aantal opvallende maatregelen: de stad wil leerkrachten bijvoorbeeld een grotestedentoeslag op hun salaris kunnen geven, zeker als ze op een school werken waar veel kinderen met leerachterstanden zitten. Amsterdam wil ook onderzoeken wat er mogelijk is bij ondersteuning voor leerkrachten op de overspannen woningmarkt, en of er een versoepeling mogelijk is met parkeervergunningen voor leerkrachten. Ook zou er een soort pool moeten komen waarbij schoolbesturen onderling leerkrachten bij elkaar kunnen lenen. Het is denkbaar een aantal kleine scholen zonder groeikansen op te heffen.
De gemeente Den Haag heeft een website laten maken om nieuwe mensen te werven. Op www.wordleraarindenhaag.nl staat precies hoe een gepensioneerde of zij-instromer leraar kan worden. Als bonus wordt onder meer de nabijheid van het strand in Scheveningen aangeprezen. Utrecht denkt erover om meer vierdaagse schoolweken op het rooster te zetten dan is toegestaan en de stad wil meer aan werving doen. Voor starters en zij-instromers werkt Utrecht aan betere begeleiding om het grote aantal afhakers terug te dringen.
Alle noodplannen benadrukken: er moet structureel iets veranderen om het lerarentekort aan te pakken en de kwaliteit van het onderwijs te kunnen waarborgen. De maatregelen in de noodplannen zijn wellicht net even iets beter dan het naar huis sturen van groepen, (groot)ouders voor de klas zetten en (steeds weer) groepen verdelen, maar lossen het probleem niet op.
Gratificaties
Bij al die maatregelen heeft de mr iets te zeggen, benadrukt Koning: “Als het gaat om plannen om personeel dat werkt met kinderen met een onderwijsachterstand hoger in te schalen, om gratificaties, dan raakt dat natuurlijk aan arbeidsvoorwaarden en personeelsbeleid en heeft de pmr instemmingsrecht. Komt er bijvoorbeeld, waar in Amsterdam aan wordt gedacht, een uitwisseling van personeel tussen verschillende schoolbesturen en op welke termijn en voor hoe lang? Daar moet je natuurlijk als mr over meepraten. Ook noodoplossingen vallen onder het bestaande advies- en instemmingsrecht. De enige uitzondering zijn maatregelen waar de vakbonden er mee hebben ingestemd, maar dat is hier natuurlijk niet het geval.”
En, zegt Koning nog maar eens: het zijn noodplannen. “De AOb wil langetermijnoplossingen. De werkdruk moet omlaag, de beloning moet beter en er moet meer aandacht zijn voor begeleiding van zij-instromers en starters.”