Naar de mr in plaats van naar de rechter
De scholengroep die vorig jaar wilde bezuinigen door medezeggenschappers minder uren te geven dan het cao-minimum, heeft zich geschikt naar de uitspraak van de bezwarencommissie voor de cao voortgezet onderwijs.
Die loog er dan ook niet om: medezeggenschapsuren vallen niet onder deskundigheidsbevordering, zowel op de vestigingen met deelraad als op centraal niveau moeten er minimaal 100 uren per persoon beschikbaar zijn, en de extra cao-uren voor de voorzitter, vicevoorzitter en secretaris gelden eveneens voor elk orgaan (uitspraak 107690, 27 juli 2017).
Hoe gaat dat in de praktijk verder? Na de uitspraak zijn de mr-bestuursleden, de directeur-bestuurder, de advocaat en een AOb-expert om de tafel gaan zitten om afspraken te maken over het vervolg. De school zag af van een hoger beroep en leeft de faciliteitenregeling inmiddels na zoals het hoort, laat de mr-secretaris weten. De betrokken personeelsleden hebben een nabetaling ontvangen over de periode waarin zij te weinig medezeggenschapsuren toegekend hadden gekregen. Die nabetaling kon zowel in uren als in geld worden uitgekeerd.
Individueel is iedereen tevreden en het lijkt erop dat de medezeggenschap geen pijn heeft geleden van deze procedure; de centrale mr en de deelraden per vestiging zijn ‘on speaking terms’ met hun overlegpartner. Om dat zo te houden, willen de mr-leden niet in detail terugkijken op het geschil en hun aanpak.
En als een andere mr voor hetzelfde probleem komt te staan? Dan is de uitspraak voldoende om naleving van de cao voor elkaar te krijgen, verwacht de mr-secretaris.
Verschenen in infomr 3/2018