Mr en cao: visie op professionele ontwikkeling (cao PO hoofdstuk 9)
Deze reeks behandelt een cao-bepaling die verbonden is aan medezeggenschap, met adviezen over de toepassing en uitleg van die bepaling in het mr-werk. In dit artikel Professionalisering.
9.1 Professionaliseringsbeleid
1. De werkgever formuleert in overleg met de PGMR een meerjarenprofessionaliseringsbeleid, dat de ontwikkelingsdoelen van de organisatie, de kaders voor de individuele en de opgedragen professionalisering en het beschikbare budget bevat.
Wat zijn de doelen in het schoolplan of koersplan voor de komende vier jaar? Wat is nodig om die doelen te bereiken en hoe doen we dat? Na de instemming van de medezeggenschap op het schoolplan begint het werk pas echt. Uit het schoolplan komen tal van onderwerpen voort die weer op het bordje van de mr terechtkomen. Vaak zul je zien dat in dat proces ook planning vereist is voor doelgerichte scholing en ontwikkeling die nodig is om de doelen van het schoolplan te bereiken.
Hoofdstuk 9 van de cao PO behandelt de professionalisering. Zowel voor de pgmr als de pmr is hier een belangrijke rol weggelegd. Een planmatige benadering van de gewenste ontwikkelingsdoelen en het benodigde budget wordt in overleg met de pgmr gemaakt op bestuursniveau.
Scholing en ontwikkeling wordt vervolgens op de scholen opgepakt. We maken daar een onderscheid naar professionalisering in de vorm van gerichte en geplande teamscholing naast ruimte voor ontwikkeling en de wensen op individueel niveau. In de cao PO is bepaald dat voor de individueel te bepalen scholing 500 euro per jaar en 2 uur per werkweek beschikbaar is. Dit budget kan in overleg met de werkgever maximaal drie jaar worden gespaard. De rol van de mr is hier erop toe te zien dat het onderscheid tussen de teamscholing en de individuele scholing herkenbaar terugkomt in het (na)scholingsbeleid (WMS art 11 lid 1c .) Zo nodig kan de mr in het beleidsstuk aanvullingen voorstellen over tijd voor het lezen van vakliteratuur, het Onderwijsblad en kijken van documentaires van relevante onderwerpen. In het beleid kun je een bepaling opnemen dat bijvoorbeeld 25 procent van de beschikbare 83 uur op jaarbasis daarvoor beschikbaar is. De pmr kan via achterbanberaad tot een voorstel komen over wat wenselijk is.