MR doe iets! Of toch niet?
Personeelsleden, ouders of leerlingen stappen weleens boos naar de medezeggenschapsraad met de boodschap: doe er iets aan. Klim niet meteen op de barricaden bij mogelijk onrecht, adviseert AOb-consulent Koos Marinus.
Wat moeten we doen, vroeg een mr aan de AOb toen de school in rep en roer raakte nadat een leerling geslagen was door een leraar. De emoties waren in de klas hoog opgelopen en dat ging daarbuiten verder doordat de schoolleiding zowel de leerkracht als de leerling naar huis stuurde om te bedaren. Klopt niet met het beleid, vond een groep ouders die de mr inschakelde.
In zo'n geval moeten mr-leden zich bewust zijn van hun rol, zegt mr-consulent Koos Marinus. "Je bent als mr geen bemiddelaar in individuele kwesties en je bent ook geen spreekbuis van de verontwaardiging van de ouders. De zaak zelf kan eventueel naar de klachtencommissie. Je kunt als mr wel besluiten om het beleid over agressie op de agenda te zetten en te evalueren."
Signalen
Hij en zijn collega-consulenten zien vaker dat de mr wordt benaderd als ombudsman of politieagent. "Dan komt de brief met de normjaartaak en zegt een collega: mr, mijn brief klopt niet. Ook dat is een individuele kwestie waar de mr niet over gaat. Zoiets hoort thuis bij de vakbond, die behartigt individuele belangen."
Wederom geldt dat signalen over de uitvoering van het taakbeleid de mr wel tot andere acties kunnen brengen: "Je kunt het als een aanleiding zien om het hele taakbeleid tegen het licht te houden, of te onderzoeken of de praktijk wel overeenstemt met wat er op papier staat. Eén geval kan een aanleiding zijn, maar met meerdere meldingen sta je sterker."
Nog een voorbeeld: de leerkracht die zich tot de mr wendde omdat hij niet in salarisschaal LB werd ingedeeld: "Die moet gewoon bij de directie zijn en daarna eventueel in beroep gaan."
Sluiproute
Ouders en leerkrachten die naar de mr stappen met individuele kwesties hebben vaak last van een angstdrempel, signaleert Marinus. Ze vinden het griezelig om hun grieven bij de directie neer te leggen en nemen daarom een sluiproute via de medezeggenschap. De mr staat immers altijd open voor signalen uit de achterban. "Daardoor kun je als mr ook in de verleiding komen om toch iets te doen aan individuele kwesties. Medezeggenschappers voelen zich al snel verplicht om signalen op te pakken, maar je steekt je neus in zulke gevallen in een wespennest. Voor je het weet ontstaat er alleen maar meer wrijving."
Wel aanhoren dus, is zijn advies over individuele kwesties die op het bordje van de mr komen. En dan de betrokkene helpen om het probleem op de juiste plek aan te kaarten: bij de directie, de klachtencommissie, de vertrouwenspersoon, de vakbond. Zij hebben alle expertise in huis om zulke zaken op te lossen.