Mooi, zo’n sponsor, maar let op dat iedereen profiteert
Een nieuwe versie van het sponsorconvenant geeft het onderwijs en werkgevers aanvullende richtlijnen over de mogelijkheden en grenzen. De medezeggenschapsraad houdt instemmingsrecht op sponsoring en de bijdrage uit het bedrijfsleven moet een extraatje blijven. En dus een extraatje voor iedereen, vindt de AOb.

Computers of andere IT-middelen, een traktatie op de sportdag, maar ook korting op bijlessen. Het vernieuwde sponsorconvenant voor basisonderwijs en middelbare scholen noemt diverse voorbeelden van sponsoring door het bedrijfsleven of andere instellingen. Zorgvuldigheid is bij sponsoring geboden, vinden alle betrokkenen. Naast de onderwijsorganisaties zijn dat ook VNO-NCW en MKB Nederland, de koepels van werkgevers.
Tegenover sponsoring staat een prestatie van de school. De sponsor geeft diens bijdrage in ruil voor een vorm van naamsbekendheid, gebruik van ruimte in het schoolgebouw of het leveren van data over het gebruik van leermiddelen. Daar duikt meteen een grens op: individuele gegevens van leerlingen mogen niet worden verstrekt via of aan een sponsor. De wetgeving over privacybescherming gaat voor.
Ook aan de reclame voor de sponsor stelt het convenant beperkingen. Die mag wel worden vermeld in een nieuwsbrief of andere communicatiemiddelen, maar niet in lesmateriaal.
Is sponsoring binnen de grenzen van het convenant nog wel interessant voor bedrijven?
De ondertekenaars denken van wel. De tekst noemt ook daar een voorbeeld: verhuur van leslokalen tegen een gering tarief aan bijlesbedrijven.
Tot vreugde van de AOb bevat het convenant ook een oproep aan scholen om terughoudend te zijn met commerciële partijen die aanvullend onderwijs bieden als dat niet voor alle leerlingen te betalen is – zelfs met sponsorbijdrage. Bijlessen geven moet volgens de convenantspartijen zoveel mogelijk binnen de school gebeuren.
Uitzonderingen
De pedagogische en onderwijskundige taken van de school moeten altijd voorrang houden op sponsoring, hoe interessant een financiële bijdrage ook lijkt. Het convenant formuleert het zo: “De sponsor mag geen voordeel halen uit onwetendheid van leerlingen en sponsoring mag niet misleidend zijn. Zo mag sponsoring niet afkomstig zijn uit landen die onze kernwaarden of vrijheden afwijzen, zoals godsdienstvrijheid, vrijheid van meningsuiting en vrijheid van vereniging.”
Gaat dat allemaal werken zoals bedoeld?
Daarover volgt in 2029 een evaluatie. Voor die tijd kan het onderwijsveld voorondersteuning terecht bij de eigen organisaties. Aangezien het om een convenant gaat, zullen de medezeggenschap en het bevoegd gezag er samen uit moeten komen. De afspraken in het convenant kunnen niet worden getoetst door de rechter. Dat komt pas aan de orde als er een duidelijke overtreding is van onderwijswetgeving, privacyregels of wetten rond reclame.
Checklist sponsoring
- Is de tegenprestatie duidelijk?
- Is de tegenprestatie niet schadelijk voor de leerlingen?
- Is de medezeggenschapsraad akkoord?
- Profiteren alle leerlingen evenredig van de sponsoring?
- Hebben de medezeggenschapsraad en schoolleider de boodschap van de sponsor beoordeeld op wenselijkheid?
- Blijft de school functioneren als de sponsor ermee stopt?
- Worden de regels rondom privacy nageleefd?
- Is de klachtenregeling duidelijk?
- Zijn de sponsorovereenkomst en de financiële afwikkeling inzichtelijk voor de schoolgemeenschap?