Mobieltjes gaan eindelijk het lokaal uit
Alleen met een specifiek doel mogen mobieltjes nog de klas in, en daar is steeds minder reden voor. De medezeggenschap kan in het schoolplan professionele ruimte verlangen voor beroepsmatige wensen van de leraar – maar wie wil eigenlijk nog zo’n stoorzender in het lokaal?
De landelijke verbanning van mobiele telefoons uit de lessen in het voortgezet onderwijs op 1 januari 2024 valt middenin het schooljaar en geldt nog niet voor andere onderwijsvormen, al lijkt het primair onderwijs er wel voor te voelen. Zonder de afleiding van hun mobieltjes steken leerlingen meer op van de lessen, blijkt uit allerlei wetenschappelijk onderzoek.
Onder de AOb-leden geniet het verbod ruime steun en de vakbond is dan ook een voorstander. Scholen die zelf al een verbod afkondigden geven aan dat leerlingen anders met elkaar omgaan zonder de druk van sociale media.
In de onderwijspraktijk zijn lessen met het mobieltje van leerlingen een zeldzaamheid geworden. Zelfs de ambassadeurs van digitale leeromgevingen doen het tegenwoordig liever zonder. Dat kan ook makkelijk, zegt leraar Engels Gijs Palsrok van het Twickel College in Hengelo (OV), en eigenaar van de online leermethode MeesterGijs.nl. “Vijftien jaar gelden was het mobieltje heel geschikt voor digitale tools in combinatie met het digibord. Zo konden we laagdrempelig werken met internet. Maar toen waren er nog geen sociale media.”
Het Twickel wordt na de herfstvakantie een mobielvrije school, voorbereid door een werkgroep waar hij lid van is. “Alles waar je indertijd de telefoon voor nodig had kan nu prima op de laptop. Ik kan me alleen nog nuttig gebruik van mobieltjes indenken op scholen waar ze volledig met boeken werken, zonder devices. Maar zodra je ze die telefoon uit hun broekzak laat halen gaat ie heel moeilijk weer weg. Scholen gaan het echt niet winnen van Snapchat, TikTok, Google en Meta, die weten precies hoe ze kinderen op het scherm moeten houden. Als wij ze iets willen leren, moeten we hun aandacht, tijd en concentratie bij de leraar hebben, niet bij de telefoon.”
Ruud Wijers, leraar wiskunde en techniek op het Carolus Borromeus college in Helmond, gebruikt de apps inmiddels op de laptops van de leerlingen. Mobieltjes gaan in de telefoontas bij de deur. Wijers: “Vanuit mijn positie voorin de klas kan ik niet zien wat de leerlingen daadwerkelijk op hun laptop doen. Ik heb weleens mijn twijfels of ze toch niet bezig zijn met berichten of gamen.”
De technische optie om de schermen van de leerlingen op afstand te bekijken staat op gespannen voet met hun privacy. “Je moet de leerlingen kunnen vertrouwen, maar ze worden in hun laptops gezogen omdat ze in een game zitten. Dit probleem zal in de toekomst groter worden. Gaan we dan de laptops ook verbieden? Terug naar boeken is voor mij de omgekeerde wereld. Laten we zorgen voor goede beveiligingssoftware zodat wij als docent kunnen bepalen welke site of sites de leerling op de laptop kan bezoeken.”
Schoolklimaat
Het landelijke ‘mobieltjesverbod’ in de les is geen wetgeving. Scholen mogen een eigen ingangsdatum kiezen en ze kunnen strenger optreden of juist soepeler – als de omgang met de digitale samenleving maar goed is besproken met de leraren en via de medezeggenschap ook met ouders en leerlingen. De positie van de medezeggenschap ontbreekt in de laatste handreiking van de VO-raad over smartphonegebruik, wel voorzien van gebruikstips binnen en buiten de les.
Afspraken over de inrichting van het onderwijs met mobieltjes horen in het schoolplan, waar de medezeggenschapsraad instemmingsrecht op heeft. Geboden en verboden kunnen een plek krijgen in een schoolreglement, opnieuw een zaak van instemmingsrecht. Teksten hierover in de schoolgids zijn een zaak voor het instemmingsrecht van ouders en leerlingen. Volgens de landelijke afspraak moet dit alles voor 1 oktober zijn besproken en op 1 januari 2024 ingaan.
Voor leraren die in hun lessen toch met mobieltjes willen werken blijft de eigen zeggenschap over het beroep gelden zoals opgenomen in de wet op het voortgezet onderwijs. Die zeggenschap omvat de wijze waarop de lesstof wordt aangeboden en de daarbij gebruikte middelen. Een verwijzing naar die professionele ruimte kan in de afspraken met de medezeggenschap staan.
Laat de uitzondering geen regel worden, waarschuwt AOb-adviseur medezeggenschap Marcel Koning: “Uit angst voor boze ouders en leerlingen mobieltjes in de klas toe blijven staan maakt de docent de boeman als die geen telefoons tijdens de les wil zien. Ons uitgangspunt is: geen mobieltjes in de klas, tenzij voor onderbouwd en verankerd educatief gebruik.”
Handhaving
Bij een verbod hoort handhaving, en ook daar zijn duidelijke afspraken nodig. Wijers: “Smartphones hebben geen meerwaarde meer, houd er rekening mee dat leerlingen op hun laptops hetzelfde gaan doen. Als je dat ook wilt verbieden onder schooltijd zul je moeten handhaven.” Voordeel van die aanpak: meer onderlinge gesprekken, beter focussen op de les en minder problemen rond cyberpesten, voorspelt hij.
Palsrok: “Als er toch een telefoon tevoorschijn komt kun je zeggen ‘doe dat weg’ en doorgaan met je les maar dat is gedoemd om te falen. De telefoon is thuis of in de kluis. Zien we er toch één dan moet de leerling deze inleveren. Ophalen kan om 17 uur, bij het sluiten van de school. We hopen dat dit vooral de eerste weken speelt en daarna incidenteel nog.”
Het zal ook voor ouders even wennen worden, verwacht hij. “Kinderen worden tijdens de les gewoon gebeld door hun moeder of vader. Ze proberen zelfs op te nemen, dan word ik stapelgek.” Nog eventjes en dan verloopt zulke communicatie op het Twickel weer traditioneel via de receptie, net als voor de opkomst van de mobiele telefoon. Palsrok: “Scholen moeten weer beseffen waarom ze op aarde zijn en of de telefoon nog wel een wenselijk hulpmiddel bij die taak. Wij denken dat het meer een stoorzender is. Ik ben ook benieuwd wat het verbod bij ons gaat betekenen voor de dynamiek in de pauzes. Nu zien we nog veel leerlingen naast elkaar zitten op hun mobiel. We horen goede verhalen van andere scholen die al een verbod hebben dat het de sfeer in school ten goede komt, meer energie in het gebouw.”
Uitzondering: gezondheid
Medicatie kan een reden zijn om een smartphone toch toe staan voor bepaalde leerlingen, bijvoorbeeld bij suikerziekte als een huidsensor glucosewaarden meet en via de telefoon doorgeeft dat het tijd is om snel iets te eten. Individuele afspraken daarover horen thuis bij het zorgteam dat de leerling begeleidt. Begeleiding van medicatie en andere medische zaken kan leraren niet worden opgedragen, dit is een zaak van terughoudende vrijwilligheid.