Meer lessen van De Ratelaar

Uit de opheffing van basisschool De Ratelaar in Deurne, zoals beschreven in InfoMR 3 van 2019, valt volgens de oudergeleding meer te leren dan aandacht voor de procedurekosten. “Reken er als mr niet altijd op dat het bestuur welwillend is.”

Tekst Miro Lucassen - - 4 Minuten om te lezen

336x336_infomr_huisvesting3

Zo’n 1000 euro per leerling aan procedure- en advieskosten is besteed rond de opheffing van Jenaplanschool De Ratelaar in Deurne, blijkt uit een beslissing van de Ondernemingskamer. Is dat veel geld bij een onvermijdelijke afloop of had het toch anders kunnen gaan? Brent Schoonen, tot de opheffing in 2018 een van de leden van de oudergeleding van de medezeggenschapsraad, had aanvankelijk goede hoop. Al was de school in 2016 meer dan twintig leerlingen kwijtgeraakt als gevolg van een eerdere crisis over het onderwijsconcept, herstel onder een nieuw team zou met de bijzondere methode van Jenaplan in 2017 kunnen leiden tot nieuwe aanwas.

“Maar kort nadat we in de mr hadden gesproken over de noodzaak om nieuwe leerlingen te werven, kwam vanuit het bestuur bericht over het voornemen om de school te sluiten.” Daarna ontrolden de gebeurtenissen zich langs een vaker voorkomend scenario: ouders gingen op campagne om hun school te houden, maar wie een kind kwam aanmelden kreeg te horen dat er ook over sluiting werd gesproken - geen aanlokkelijk vooruitzicht. Alternatieven bleken niet bespreekbaar of niet te realiseren, waaronder overname door een ander bestuur en fusie met de buren. Leerkrachten schaarden zich achter de sluiting, ouders zochten alternatieven voor hun kind en de mr zag uiteindelijk geen andere weg dan niet negatief te adviseren over sluiting.

Waarom dan daarna toch een procedure aanspannen over de regeling van de gevolgen van de sluiting? Schoonen: “De feiten tonen aan dat er niet goed is gehandeld en het bestuur ging niet meer in gesprek over de gevolgen voor de kinderen en de ouders. In de beroepszaken is het voortraject onderbelicht gebleven omdat die over de gevolgen zelf gingen, maar ons verlies nemen was geen optie. We hebben niet helemaal gelijk gekregen. Maar de geschillencommissie en de Ondernemingskamer hebben ons gehoord. Het is niet voor niets geweest.”

Kostenbegroting

Advocaat onderwijsrecht Dik Berkhout, adviseur van de oudergeleding, stelt dat de procedurekosten hoog werden door de verstoorde verhouding tussen bestuur en medezeggenschap. Gebrek aan schriftelijke informatie maakte daarnaast veel overleg nodig en er ontstonden conflicten tussen ouders en personeel omdat die ieder apart werden ingelicht, stelt hij. Bij het toen geldende uurtarief van 160 euro, in de gespecialiseerde advocatuur niet overdreven hoog, liep het totaalbedrag inderdaad op. “Het bestuur bepaalt door zijn handelwijze grotendeels zelf hoeveel inzet voor advies door een mr-adviseur nodig is.” Mede daarom kan hij nooit vooraf een sluitende kostenbegroting maken, zegt Berkhout, ook al vinden de geschillencommissie en de Ondernemingskamer dat die er wel moet zijn.

In volgende gevallen houdt zijn kantoor Jurion zich aan de verplichting en komt er een kostenopgave, al blijft hij het er niet mee eens. “De interpretatie dat zoiets moet, doet geen recht aan de positie van de mr of een geleding. Bij een andere houding van het bestuur kan ik soortgelijke dossiers afronden voor 3000 euro. Het maken van een offerte kost extra tijd en geeft nauwelijks extra inzicht in wat er zal gebeuren, omdat dit grotendeels afhangt van de ontwikkelingen en de opstelling van alle betrokken partijen.” Voorkomen is beter dan genezen, zegt Berkhout: “Schakel een adviseur in voordat de verhoudingen binnen de mr verstoord zijn. Ik zie heel vaak dat het op dat punt misgaat. En dat kost ontzettend veel tijd. De ouders en leerkrachten in de mr moeten namelijk wel gezamenlijk tot een beslissing komen.”

Twee banen

De ouders uit de mr laten op de nieuwe school van hun kinderen de medezeggenschap aan zich voorbijgaan. Schoonen: “Die 2,5 jaar was behoorlijk pittig, je hebt in zo’n periode eigenlijk twee banen.” Zijn advies voor andere mr’s die met dreigende opheffing te maken krijgen: direct in gesprek gaan en extern advies inwinnen. “Dat recht heb je als oudergeleding. Bij ons is het eigenlijk al fout gegaan toen een kwart van de leerlingen wegging in 2016. Je kunt er niet altijd van uitgaan dat het bestuur welwillend is. Ga er dus in een eerder stadium zo strikt mogelijk achteraan: wat is de bedoeling? Je hebt als mr op meer punten zeggenschap en adviesbevoegdheid dan je je realiseert. Toen we er eenmaal adviseurs bij hadden, ging het allemaal veel professioneler en zijn we als ouders ook meer betrokken geraakt bij de personeelsgeleding. Voor personeel is het in deze situatie natuurlijk lastig, zij willen hun werkgever niet te veel voor de voeten lopen. Die spagaat is er.”