Lerarentekort? Regionale samenwerking kan helpen

Bij samenwerking van schoolbesturen in de strijd tegen het lerarentekort is overleg met de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad verstandig. Dat zorgt voor draagvlak onder het personeel en vergroot de kans op succes.

Tekst Anka van Voorthuijsen en Voorbeeld Editor voorbeeld@hamaka.nl - - 5 Minuten om te lezen

960x480_infomr_reorganisatie

Regionale samenwerking tussen verschillende schoolbesturen is de moeite waard, stelt Voion (Arbeidsmarkt & Opleidingsfonds voortgezet onderwijs) in de handreiking regionale samenwerking op personeelsgebied. Er valt veel te winnen bij de aanpak van het lerarentekort, denkt de organisatie. Besturen kunnen gezamenlijk vacatures opstellen, speeddates organiseren, intern kijken of er personeel wil verkassen, nadenken hoe mensen gemotiveerd raken en blijven voor het onderwijs. Samenwerken kan helpen om ‘ziek en piek’ beter op te vangen, om leerkrachten te vinden voor tekortvakken. Kortom: “Regionale samenwerking kan helpen bij de maatschappelijke opdracht om een dekkend onderwijsaanbod in elke regio te garanderen”, aldus de handreiking. In 2025 dreigt er een tekort van meer dan 1200 fulltimers in het voortgezet onderwijs, dus het is wel zaak om actie te ondernemen.

In 45 pagina’s komen verschillende vormen van samenwerken aan bod, met aandacht voor de vele subsidiemogelijkheden. Belangrijk: elke regio kent z’n ‘eigen werkelijkheid’, dus er is maatwerk nodig. Wat wel overal speelt: een tekort aan bèta-docenten.

Betrek de gmr

De handreiking benadrukt het belang van draagvlak. Communiceer zowel intern als extern: zorg dat iedereen de meerwaarde ziet van samenwerken, laat zien waarom samenwerking meer perspectief biedt voor de medewerkers. De Wms geeft de gmr (artikel 11) wettelijk adviesrecht bij nieuwe samenwerkingsvormen, maar betrek de medezeggenschappers al in een vroeg stadium bij zo’n dialoog, adviseren de opstellers. Niet omdat het moet, maar omdat het vaak een beter resultaat oplevert als meer mensen meedenken over de inhoud.

Rayonbestuurder Philippe Abbing van de Algemene Onderwijsbond is het daar hartgrondig mee eens: “Bij bestuurlijke samenwerking zie ik te vaak alleen overleg op dat bestuursniveau. Doodzonde. Dan stelt het bestuur een projectleider aan, soms komt de afdeling HR erbij, maar niemand op de werkvloer merkt er wat van of is erbij betrokken. Fout! Nieuwe samenwerking moet juist breed in de organisatie worden besproken. Want het heeft vaak consequenties voor nieuw of bestaand personeel. Je moet nadenken over arbeidsvoorwaarden, over aanstellingen.”

Prognoses en ambities

Denken over samenwerken betekent in de toekomst kijken. Hoe zit het met leerlingenaantallen, groei en krimp in de eigen regio? Welke besturen staan open voor samenwerking of zijn logische partners? Zijn er nabije lerarenopleidingen die aan kunnen haken? Zijn er lijntjes met het bedrijfsleven in sectoren om kandidaten voor tekortvakken te vinden? Er samen over praten leidt tot meer ideeën. Het is daarbij belangrijk om de ambities vast te leggen, stellen de opstellers van de handreiking. “Samenwerken betekent ook altijd dat je een deel van je autonomie opgeeft, in de overtuiging dat je er meer voor terugkrijgt.”

Door als besturen samen te werken op personeelsgebied kun je mensen soms een uitgebreidere aanstelling bieden (op meerdere scholen lesgeven), of het eigen personeel meer perspectief en baanzekerheid. Dit maakte de werkgever minder afhankelijk van relatief dure uitzendkrachten, flexwerkers of detacheringsbureaus. “Samenwerken helpt om een aantrekkelijke werkgever te zijn”, stelt de brochure.

Werkbare arbeidsvoorwaarden

Abbing is een groot voorstander van bestuurlijk samenwerken. Het is nodig, het kan mensen behouden voor het onderwijs, of juist méér mensen naar een baan in het onderwijs brengen. In plaats van een paar uur voor de klas op één school, kunnen meerdere besturen iemand fulltime aannemen. “Daarbij moeten de arbeidsvoorwaarden goed worden bekeken”, stelt hij vast. “Het moet wel werkbaar zijn. Soms is het zwaar om voor verschillende besturen te werken, vanwege de reisafstand, of de verschillende regimes.” Let ook op de contracten, adviseert hij: met tijdelijke contracten bij diverse besturen ben je misschien jarenlang aan het werk, maar zit je nog steeds zonder vast contract vanwege al die wisselingen. “Wettelijk mag het misschien wel, maar wat voor werkgever wil je zijn?”

De gmr mag daar zeker vragen over stellen, vindt Abbing. “Dan trek je weliswaar een grote broek aan, maar het gaat om het personeel. Natuurlijk wil je als gmr de afspraken in het samenwerkingsgedeelte weten. Krijgt intern voorrang bij vacatures? Dat lijkt logisch. Aanpassing van het benoemingsbeleid vereist instemming van de pgmr. Valt iemand bij de functiemix niet tussen de wal en het schip als je voor verschillende besturen werkt? En hoe lang wil je mensen op basis van detachering laten werken? Personeel wil graag ergens bíj horen. Een bestuur moet de voordelen van samenwerken met andere besturen goed uit kunnen leggen aan de gmr. Dan kan de gmr het weer uitleggen aan het personeel. Maar laat je als gmr nooit voor het karretje spannen van het bestuur. Praten over de consequenties op het gebied van arbeidsvoorwaarden is ook best ingewikkeld. Dus als je er niet uitkomt: bel de vakbond.”

Nieuwe initiatieven verwacht

Hij verwacht de komende jaren nog veel nieuwe initiatieven voor samenwerking tussen besturen: “Denk aan de eenpitters. Die zijn er nog veel, bijvoorbeeld in het christelijk onderwijs. Behalve aan passend onderwijs, doen die vaak nergens aan mee. Maar ze worden uiteindelijk te klein om het alleen vol te houden, het wordt te duur.” Het lerarentekort in sommige vakken kan leiden tot online lessen van een docent voor meerdere besturen. Abbing: “Het lukt veel scholen niet om bijvoorbeeld een eerstegraads natuurkundeleraar aan te trekken. Het vakkennis gedeelte kan best online, dat hebben we tijdens corona gezien. De rest van de begeleiding kan op school gebeuren.”

Samenwerken is niet per se goedkoper, waarschuwt de handreiking. “Geld speelt altijd een rol. Soms kan het geld opleveren, soms kost het juist geld.” Hoeveel precies, en wat dan een eerlijke verdeling is per bestuur: daar moeten natuurlijk óók afspraken over komen.

Lees ook:

  • Samenwerking van 3 vmbo-scholen in Almelo
  • Handreiking regionale samenwerking op personeelsgebied
  • Verwachtingen leerlingontwikkeling per gemeente/regio of school