IKC-medezeggenschap (1): samenwerking en eigenheid. Houd bevoegdheid in eigen hand.

In hoeverre ben je als personeelslid in het medezeggenschapsorgaan van bijvoorbeeld de basisschool nog autonoom als je deel uitmaakt van integraal kindcentrum? En als dat IKC dan weer deel uitmaakt een koepel van veel meer opvang- en onderwijsinstellingen, en er een overkoepelende ikc-raad is? Ga je dan als mr-lid van een school überhaupt nog ergens over?

Tekst Anka van Voorthuisen - - 4 Minuten om te lezen

playmobil-vierkant

Perry van Liempt zit als ouder in de medezeggenschapsraad van kindcentrum Octopus in Boekel. Daar zitten ouders en personeel in, van zowel de opvang als de school. Octopus maakt deel uit van de stichting GOO, waar 18 scholen/kindcentra bij horen, die een gezamenlijke GOO-raad hebben. Bijna alle scholen hebben medezeggenschapsbevoegdheden overgedragen aan deze GOO-raad, zegt Van Liempt. “Wij niet.”
Van Liempt werkt als regiobestuurder bij de Algemene Onderwijsbond en is geen voorstander van het bundelen en ‘overdragen’ van alle bevoegdheden van de verschillende geledingen naar een centrale raad, zegt hij. “Natuurlijk, als alles goed gaat en in harmonie verloopt is er geen enkel probleem. Al kun je formeel geen instemmings- of adviesbevoegdheden overdragen natuurlijk. Maar ik vind vooral principieel dat je bevoegdheden niet weg moet halen van de plek waar ze liggen. Medezeggenschap hoort op schoolniveau te beginnen.”
Als er iets speelt wat alleen het personeel van Octopus aangaat, dan gáán die er dus ook over, en heeft de personeelsgeleding haar wettelijke instemmings- of adviesrecht. “Ik zie bij andere scholen dat die daar makkelijker overheen stappen. Dan kan de GOO-raad een besluit nemen, zelfs als er toevallig niet eens een personeelslid aanwezig zou zijn.”

Centraal afgekaart

Van Liempt ziet de GOO-raad steeds meer bevoegdheden krijgen. Zo groeit die tot een soort super-gmr, waarin het gaat over personeel en ouders van de scholen, maar ook over de belangen van personeel en ouders uit de kinderopvang. Van Liempt: “Denk aan het meerjarig formatieplan. Dat wordt bovenschools centraal geregeld met staffels: zoveel leerlingen? Dan heb je recht op zoveel directie/docenten/onderwijsassistenten en zoiets wordt afgekaart in de GOO-raad. Vervolgens heb je als mr van een school eigenlijk niks meer te vertellen.”
In kindcentrum Octopus worden de bevoegdheden van ouders/personeel van de school en ouders en personeel uit de kinderopvang wél gescheiden. Uiteraard is er onderling overleg, zegt Van Liempt. “Veranderingen in de kinderopvang hebben natuurlijk effect op school. Stel dat elk kind direct na z’n vierde verjaardag naar school gaat? Of je besluit dat er een paar vaste momenten in het jaar zijn waarop kinderen instromen op school? Het heeft absoluut meerwaarde als je daar in de kindcentrumraad samen over praat als personeel en ouders van zowel kinderopvang als school.”
Die kc-raad bij Octopus vergadert gezamenlijk. “Maar de bevoegdheden zijn gesplitst als het over specifieke kinderopvangzaken of schoolaangelegenheden gaat. Wij onderschrijven het belang van samen overleggen, het hanteren van dezelfde normen en waarden op de opvang en school en dat lesmethodes op elkaar aan moeten sluiten. Maar we weten ook wie welke verantwoordelijkheden heeft, en we houden de bevoegdheden gescheiden, die liggen daar waar ze horen. Je moet steeds bekijken wie waar formeel over gaat.” Stel, geeft hij al voorbeeld, er is een kwestie over de aanstelling of ontslag van de schoolleiding. “Daar heeft de mr van de school adviesrecht op. Maar de oudercommissie van de kinderopvang? Lijkt me niet. In een overkoepelende GOO-raad valt die differentiatie snel weg. Je kunt toch niet alle bevoegdheden overdragen aan een andere raad?”

Op de grote hoop

Wat bij veel ikc’s gebeurt kan wettelijk gezien eigenlijk niet, zegt ook Marcel Koning, beleidsadviseur medezeggenschap bij de AOb. “Ik zie dat veel bevoegdheden op de grote hoop worden gegooid. Wil je echt dat ouders in de kinderopvang stemrecht hebben over het personeelsbeleid op school? Nee toch? Meepraten mag, maar je moet apart kunnen stemmen wanneer een of meerdere leden daarom vragen.”
Hij kent de mantra die dan altijd klinkt: we hebben allemaal hetzelfde belang we zijn er allemaal voor de kinderen. “Ik vind dat je als ouderraad en mr best gezamenlijk kunt vergaderen. Zolang er consensus is, is er geen enkel probleem. Maar houd er rekening mee dat er ooit een geschil kan komen. Waar ga je daar naartoe? Zorg dat je dat vastlegt. Je kunt een ikc-raad hebben met verschillende ‘kamers’, een mr-kamer en een ouderkamer. De onderliggende reglementen moeten blijven gelden.”
Regel dat ook bovenschools goed zonder alle bevoegdheden op de grote hoop te gooien, waarschuwt hij. Koning: “In de praktijk blijkt nog weleens dat onderwijspersoneel geneigd is om te snel een stapje terug te doen, in het belang van leerlingen en ouders. Dat hoort een beetje bij de beroepsgroep, in andere sectoren is dat heel anders. Kijk eens naar politie of brandweer; daar komen ze heel goed op voor hun eigen arbeidsvoorwaarden. Dat moet de onderwijssector zich beter realiseren. Natuurlijk is er een gezamenlijk belang, maar als onderwijspersoneel moet je ook je eigen belangen goed verdedigen.”