Iedereen aan de benchmark
Waar gaat dat geld naar toe en is dat de juiste besteding? Mr-leden die het antwoord op deze vraag zoeken, krijgen een nieuw hulpmiddel.
Het ministerie van OCW werkt aan een landelijke benchmark voor het onderwijs, zodat de cijfers van schoolbesturen makkelijker te vergelijken zijn.
De eerste stap naar dit dashboard BatenLastenOnderwijs is gezet: het toont per bestuur welk deel van de lumpsum naar personeelskosten gaat, en welk deel naar het gebouw, leermiddelen en andere materiële kosten. Dat hoeft niet overal 80/20 te zijn, blijkt bij wat willekeurig klikken. Op de grote bedragen die hier spelen kan 0,1 procent meer of minder al heel wat gevolgen hebben.Hoe meer details, hoe interessanter het de komende jaren wordt. Welk deel in die 75 tot 80 procent personele kosten gaat bijvoorbeeld naar overhead en ondersteuning, wat blijft er over voor de leraren? Hoeveel van de materiële kosten zit in het gebouw?
Met de keuze voor de lumpsum hebben scholen veel vrijheid. Daarvoor mag publieke verantwoording over deze publieke middelen terug verwacht worden
De besteding van dit belastinggeld moet veel duidelijker, lichtte minister Ingrid van Engelshoven toe: “Als onderwijsbesturen niet goed uitleggen wat ze met het geld doen, kan de maatschappij het vertrouwen in het onderwijsstelsel verliezen.” Onderwijsbestuurders worden verplicht mee te werken, kondigde minister Arie Slob aan: “Met de keuze voor de lumpsum hebben scholen veel vrijheid. Daarvoor mag publieke verantwoording over deze publieke middelen terug verwacht worden.”