Het valt niet mee om de toezichthouder te temmen
Wat wil een raad van toezicht? Goed onderwijs, gemotiveerd personeel, deugdelijke schoolgebouwen en sluitende financiën. Dat alles liep heel aardig bij het openbaar onderwijs in Alkmaar, totdat de raad van toezicht nog iets wilde: een hogere beloning. Tegenspraak bleek geen optie.
Leraren en schooldirecteuren kunnen er alleen maar van dromen, raden van toezicht doen het gewoon omdat het kan: zij bepalen zelf hun beloning. De regelgeving voor topinkomens en de urennorm van de koepel van toezichthouders leveren uurlonen op waar een lerarensalaris bij verbleekt, en het maximum is nog niet bereikt. Het Onderwijsblad beschreef eerder dit jaar een reeks verhogingen uit de praktijk, met de constatering dat er nog voor tientallen miljoenen rek in de regels zit.
De kosten van de raad van toezicht staan uiteraard in de begroting, op bestuursniveau. De gemeenschappelijke medezeggenschapsraad kan erover praten, maar niet veel meer dan dat. De gmr heeft namelijk alleen adviesrecht over de hoofdlijnen van het meerjarig financieel beleid, zoals de wet het noemt. Naar de details voor het komende jaar kan de gmr op basis van het initiatiefrecht vragen en een ongevraagd advies uitbrengen, maar verder gaan de bevoegdheden niet. Voorafgaand aan een verhoging van de vergoeding voor toezichthouders is er vaak weinig discussie en de verantwoording in het jaarverslag blijft nogal eens achterwege, zoals het Onderwijsblad ook vaststelde.
Stormachtige periode
Hoe anders verliep dit alles in Alkmaar, waar de directeur-bestuurder het niet eens was met de voorgenomen hogere beloning van de toezichthouders van Ronduit, de stichting voor openbaar primair onderwijs. Daar kwam een meningsverschil bovenop over de inrichting van het bestuursmodel, en het gevecht escaleerde naarmate er meer personen en instanties bij betrokken raakten. De collega’s en de gmr wilden niets weten van vrijwillig vertrek van hun prima functionerende directeur-bestuurder, ook de gmr had kritiek op de hogere vergoeding van de toezichthouders, de zaak kwam groot in het Noordhollands Dagblad, twee van de vijf toezichthouders bleken tegen de regels herbenoemd, de gemeenteraad ging zich ermee bemoeien en een gedwongen ontslag voor de directeur-bestuurder werd door de rechter teruggedraaid.
Eind goed, al goed? Nou nee, de verhoudingen waren in deze stormachtige periode zo verstoord geraakt dat de directeur-bestuurder alsnog afscheid nam. Zijn twee collega’s nemen waar totdat de twee resterende leden van de raad van toezicht een opvolger hebben benoemd. De drie vacatures in de raad van toezicht stonden eind augustus nog open. De gmr heeft voor een van de drie het recht op voordracht.
Zes vergaderingen
De hogere vergoeding voor toezichthouders bij Ronduit is ondanks alle opschudding gewoon in stand gebleven. De vacatures vermelden 8.300 euro op jaarbasis per rvt-lid, wat bij de norm voor tijdsbesteding van 126 uren neerkomt op bijna 66 euro per uur. Daarmee staat de organisatie in haar recht. Volgens de wetgeving mag zo’n vergoeding in 2022 tot 18.300 euro per jaar zijn, gekoppeld aan het maximaal toegestane salaris voor de directeur-bestuurder. Dat zou neerkomen op 145 euro per uur.
Is zo’n bedrag veel voor dit type schoolbestuur? De toezichthouders moeten zes keer per jaar vergaderen, overleggen twee keer met de gmr en houden nog enkele andere bijeenkomsten. Ze doen commissiewerk en zijn de werkgever van de directeur-bestuurder. Dezelfde onderwerpen komen in de gemiddelde gmr aan de orde, waar de gemiddelde leerkracht tot 35 euro bruto per uur verdient.
Als een hogere beloning voor toezichthouders in de medezeggenschap aan de orde komt, is er volgens adviseur Clemens Geenen dan ook een simpele vraag te stellen: hoe leggen we dit uit in de lerarenkamer? Zowel het plafond als het huidige gemiddelde van 4.000 euro per jaar zijn inzetbaar als argument, maar zulke cijfers kennen hun eigen dynamiek. Niet elke toezichthouder kan weerstand bieden tegen de verleiding om richting het plafond te gaan, en elke individuele stijging zorgt voor een hoger gemiddelde. Voor Tweede Kamerlid Lisa Westerveld is dat reden om de medezeggenschap een vinger in de pap te geven bij het bepalen van de vergoeding voor toezichthouders. Haar motie om daartoe allereerst in het hoger onderwijs instemmingsrecht in te voeren haalde het niet. Minister Robert Dijkgraaf wilde er niet aan: hij vindt zichzelf verantwoordelijk voor het toezicht op de toezichthouders. De medezeggenschap daar ook een rol bij geven, zou het evenwicht verstoren. Dijkgraaf: “De centrale medezeggenschapsraad heeft een belangrijke rol in het gedrag van het college van bestuur. De raad van toezicht ziet daar dan weer op toe. Eerlijk gezegd zie ik weer toe op de raden van toezicht. Dat is toch wel een beetje de hiërarchie.” Wel kondigde Dijkgraaf aan dat hij met de raden van toezicht wil praten over de beloning.
AOb-trainer Aysegül Aslan ziet wel ruimte voor de medezeggenschap om toezichthouders bij de les te houden: “De medezeggenschapsraad is niet ondergeschikt aan de raad van toezicht, maar voert een gelijkwaardig gesprek, net zoals dat gebeurt met de schoolbestuurder. In het overleg met de raad van toezicht gaat het juist over zaken die niet op het bordje van de bestuurder liggen. De beloning voor toezichthouders staat gewoon in de jaarstukken en in de begroting, dus daar mag de mr uitleg over vragen en een oordeel over geven.”