Geen activiteitenplan? Dan krijgt de mr toch kosten vergoed
Het is nu echt afgelopen met de noodzaak om een activiteitenplan te maken voordat de medezeggenschapsraad kosten van scholing, advies en juridische bijstand vergoed krijgt. In de nieuwe cao voor primair onderwijs staat dat het bevoegd gezag hoe dan ook de kosten betaalt die “redelijkerwijs noodzakelijk zijn voor de vervulling van de taak van de medezeggenschapsraad”.
Gevolgen van de nieuwe cao-afspraak in het po:
- Bij onverwachte gebeurtenissen kan de mr zonder veel omhaal extern advies inwinnen
- Scholing kan op elk moment van het jaar worden aangekondigd en geboekt
- Als een verschil van inzicht uitdraait op een geschillenprocedure, kan de mr makkelijker een advocaat inzetten
Deze verbeterde faciliteitenregeling in de cao sluit aan bij wetgeving die al sinds 2017 de positie van de medezeggenschap wil versterken. Daar hoort een vanzelfsprekende vergoeding van vooraf aangekondigde kosten bij. Toch hanteerden nogal wat scholen en mr’s in de praktijk nog het oude stelsel van afspraken zoals het in de vorige cao’s stond. Vooral het daarin voorgeschreven jaarlijkse activiteitenplan hinderde de flexibiliteit van medezeggenschapsraden. Bij onverwachte gebeurtenissen moesten zij eerst overeenstemming bereiken over extra kosten voordat ze in konden gaan op de inhoud.
Marcel Koning, beleidsadviseur medezeggenschap bij de AOb: “De afspraken die we nu hebben gemaakt, sluiten aan bij de werkwijze van ondernemingsraden. Daar is het al langer afdoende om de kosten voor het raadplegen van externe deskundigen vooraf te melden.”
Kijk uit met normbedragen
De wet geeft nog altijd ruimte om vooraf een jaarbudget af te spreken voor de activiteiten van de medezeggenschapsraad. Dat kan alleen als de mr ermee instemt. Een bijlage in de cao met normbedragen voor zo’n afspraak met de personeelsgeleding blijft bestaan, maar het is oppassen geblazen bij het gebruik daarvan. Als de medezeggenschapskosten onverwacht hoger dreigen te worden dan voorzien, moet de mr om toestemming vragen voor extra uitgaven.
Toestemming vragen betekent dat het bevoegd gezag kan weigeren. Kiezen voor meldingen van komende kosten geeft de mr meer speelruimte. AOb-expert Koning adviseert daarom al langer om nooit met een vast budget te werken: “Je weet nooit of je morgen een advocaat moet inschakelen. En dan is zo’n budget snel op.”
Urennorm is een minimum
Onveranderd is het aantal uren dat personeelsleden in de mr minimaal krijgen toegekend voor hun taak: 60 uur voor lidmaatschap van mr of gmr, 100 uur als iemand zitting heeft in beide organen. De voorzitter krijgt nog 20 uur meer. Mocht de mr een ouder als voorzitter hebben, dan gaan die 20 extra uren naar de mr-secretaris. Elke medezeggenschapper kan daarnaast drie dagen in twee jaar besteden aan scholing, indien nodig onder lestijd. Deze normen zijn een minimum, benadrukt Koning. “En op de regeling ervan geldt instemmingsrecht. De mr kan beargumenteerd pleiten voor meer uren, als de situatie daarom vraagt.” Dan komt een vorm van activiteitenplan of jaarplan wel weer van pas, maar zonder verplichting.
In vo volgt dit waarschijnlijk later
De AOb wil ook in de cao voortgezet onderwijs de tekst over faciliteiten beter laten aansluiten bij de bedoeling van de wetgever. Dat kan nog even duren nu het cao-overleg vo is afgebroken wegens onoverbrugbare tegenstellingen over de aanpak van de werkdruk. Over verbeterde teksten rond de faciliteiten voor medezeggenschap hoeft niet lang te worden gepraat, zegt Koning: “De oude cao-tekst past niet meer bij de actuele wetgeving. Ook in het vo zal het niet langer verplicht zijn om een activiteitenplan te maken voordat er financiering wordt toegekend.”