De mr en ouderbijdrage
De oudergeleding van de medezeggenschapsraad heeft instemmingsrecht op de hoogte én de besteding van de vrijwillige ouderbijdrage. Het maximum, de vrijwilligheid en alternatieven verdienen een plek op de mr-agenda.
De vrijwillige ouderbijdrage was in de Amsterdamse gemeenteraad vorig jaar volop in discussie. Onderwijswethouder Marjolein Moorman besloot dat basisscholen maximaal 225 euro per jaar mogen vragen van ouders. Scholen die een hogere bijdrage vaststellen – er zijn er in Amsterdam die het driedubbele vragen – hebben nu geen recht meer op een jaarlijkse gemeentelijke subsidie.
“Elke school moet voor elk kind toegankelijk zijn, zonder drempels aan de voorkant”, zegt Moorman. Het gevolg: een aantal scholen accepteert dat ze de subsidie van de gemeente mislopen, want via de ouders komt er meer binnen en zo heeft de school bovendien zelf zeggenschap over wat er met het extra geld gebeurt. Het subsidiegeld van de gemeente is geoormerkt, dus bestemd voor specifieke doelen.
Geen aanmaningen
Leerkracht en mr-lid Koos Marinus verdedigt de hoge ouderbijdrage (300 euro) die zijn Eerste Openluchtschool in Amsterdam-Zuid van ouders vraagt. “Het is bij ons écht vrijwillig. Er is geen sprake van dat ouders worden aangemaand als ze het niet kunnen of willen betalen. Wij kunnen door die bijdrage beter onderwijs geven. We hebben er bijvoorbeeld een blokhut van aangeschaft en die hebben we geïsoleerd. Die staat op het schoolplein en daar vindt normaal gesproken dagelijks de remedial teaching plaats. We hebben ook kussentjes gekocht zodat kinderen nu op bankjes in de gangen kunnen werken.” Het besluit om de vrijwillige ouderbijdrage niet te verlagen werd gesteund door de medezeggenschapsraad, zegt Marinus. “De wethouder zet ons weg als een elitaire school waarbij de leerkrachten in de meivakantie cocktails zitten te sippen op Ibiza, maar dat is niet terecht. Het geld wordt besteed aan beter onderwijs, niet om feestjes van te vieren. Extra geld is hard nodig, want er is gewoon een bekostigingsprobleem in het onderwijs. De basisbekostiging vanuit de overheid is te laag.”
Via de achterdeur
Dat vindt ook de Algemene Onderwijsbond, zegt Marcel Koning, beleidsmedewerker medezeggenschap bij de AOb. “Het onderwijs wordt niet voldoende gefinancierd. Natuurlijk proberen alle scholen daar iets op te verzinnen.” Hij kent Amsterdamse scholen die nu officieel de vrijwillige ouderbijdrage onder de gewenste 225 euro houden, maar ‘via een achterdeurtje’ nog een extra donatie vragen aan ouders. “Dan wordt er een vriendenstichting of vereniging opgericht. Een school voor bijzonder onderwijs, kan ouders ‘vragen’ om lid te worden van de vriendenstichting van de school waarbij het lidmaatschap 1000 euro per jaar kost.” Juridisch gezien mag dat overigens niet, maar dat wil niet zeggen dat het nooit gebeurt. Ook al is zoiets een truc van het bevoegd gezag, als medezeggenschapsraad (en zeker als oudergeleding) moet je afspreken dat je net zo goed inspraak hebt op de hoogte en de besteding van dát geld, adviseert Koning. “Het is een beslissing van het bevoegd gezag over geld dat via een ander orgaan binnenkomt. Dat kun je wettelijk gezien vergelijken met bijvoorbeeld sponsorgeld.”
Op de plank
Volgens artikel 13 lid 1 en artikel 14 lid 2 van de Wet medezeggenschap op scholen heeft de oudergeleding van de mr instemmingsrecht op de bestemming en vaststelling van de vrijwillige ouderbijdrage, op de regels voor de schoolkosten, borgregelingen en de vaststelling van de schoolgids, waarin de ouderbijdrage en vrijwilligheid daarvan vermeld moeten worden. Marcel Koning adviseert mr-leden om goed te checken of de school nog geld op de plank heeft liggen voor de portemonnee van de ouders wordt aangesproken, of dat het mogelijk is om ergens een sponsor voor te vinden.
Hij vindt persoonlijk dat de vrijwillige ouderbijdrage helemaal moet worden afgeschaft. Koning: “Ook met 45 euro ervaren ouders toch zekere druk en schaamte als men zo’n bedrag moeilijk kan betalen. Wat nodig is om goed onderwijs te geven, hoort gewoon door de overheid te worden bekostigd. Als je als school zo nodig extra inkomsten wil, zet dan gewoon het rekeningnummer op de site en in de schoolgids en laat het vrij of men wel of niet geld overmaakt en hoeveel, en verbind er geen voordelen of recht aan.”
Niemand uitsluiten
Een nieuwe wet die augustus 2021 van kracht wordt, regelt dat leerlingen nooit mogen worden uitgesloten van activiteiten die de school organiseert, ook als ouders de vrijwillige bijdrage niet kunnen of willen betalen. Dat is een belangrijke vooruitgang, zegt Sjoerd van Geffen, actief bij Ouders & Onderwijs, een organisatie die de belangen van ouders met schoolgaande kinderen behartigt en zich hier hard voor heeft gemaakt. “In het verleden was dat soms wel anders. Kinderen kregen geen sinterklaascadeautje of mochten niet mee met een uitje als hun ouders niet hadden betaald.” Op po-scholen gaat het nu best goed, hoort hij uit zijn achterban. “Maar sommige scholen voor voortgezet onderwijs handelen nog helemaal niet in de geest van de wet die eraan komt. Ik hoor dat scholen de aanschaf van een Chromebook of een laptop verplichten, of een extra bijdrage vragen voor deelname aan de diplomaceremonie.”
Creatieve constructies
Ook merkt hij dat scholen via ‘creatieve vormen’ de ouderbijdrage ophogen: “Bijvoorbeeld 9 euro per jaar vragen voor het gebruik van een locker. Niet verplicht, maar als leerling wil je natuurlijk wél zo’n locker hebben.” Er worden allerlei nieuwe constructies opgetuigd door besturen en/of ouders om extra geld naar de school te krijgen. “Vragen staat vrij, natuurlijk. Ik snap ook dat sommige ouders zeggen: we willen wat extra doen voor de school van ons kind. Maar waar het om gaat is: je mag het niet verplichten en je mag niemand uitsluiten. Ieder kind moet overal aan mee kunnen doen, onafhankelijk van de beurs van de ouders.”
Een ouderlijke bijdrage moet dus altijd vrijwillig zijn, benadrukt Van Geffen nogmaals. “En wij vinden het belangrijk dat een oudergeleding kritisch meekijkt naar de besteding van zo’n bedrag. Je kunt zeggen: we sparen dat geld voor een bepaald doel, bijvoorbeeld het opknappen van het schoolplein. Maar als er daarna nog 40.000 euro ongebruikt op de plank ligt, is het natuurlijk onzin om toch elk jaar een vrijwillige ouderbijdrage van 50 euro te vragen.”
Wat kan en mag?
- Scholen (po, vo en speciaal onderwijs) mogen een vrijwillige ouderbijdrage vragen voor extra activiteiten. In het primair onderwijs gaat dat geld bijvoorbeeld naar vieringen en schoolreisjes. Ook als ouders niet betalen, zijn die activiteiten wél toegankelijk voor hun kinderen. Een kind kan alleen worden uitgesloten van activiteiten die niet verplicht zijn.
- De gemiddelde ouderbijdrage op een basisschool in Nederland ligt nu op 57 euro per jaar. Twee jaar geleden was dat 50 euro, in 2015 was het gemiddeld 41 euro. Scholen die bedragen boven de 1000 euro vragen, bekostigen daar vaak kleinere klassen van, tweetalig onderwijs of extra vakleerkrachten voor bijvoorbeeld beeldende vorming of drama.
- De ouderbijdrage is altijd vrijwillig, ook als die wordt gebruikt voor de aanschaf van digitale leermiddelen als een laptop of iPad. Als ouders niet willen of kunnen betalen, moet de school vervangend materiaal regelen.
- Als de school een continurooster heeft, mag de school een bijdrage vragen voor de overblijfkosten. Het is voor ouders niet verplicht om te die te betalen.
De hoogte van de vrijwillige ouderbijdrage moet worden vermeld in de schoolgids. De oudergeleding van de medezeggenschapsraad heeft instemmingsrecht bij het vaststellen van de schoolgids. De oudergeleding van de mr heeft verder instemmingsrecht op de hoogte en de besteding van de vrijwillige ouderbijdrage.