De expert
Paul Hellings is beleidsmedewerker bekostiging en financieel toezicht bij de Algemene Onderwijsbond. “Als financiële leek kun je heel goed het gesprek voeren over de hoofdlijnen van de begroting. Het gaat niet om je eigen kennis, maar om het stellen van de goede vragen. Dat kan iedereen leren.”
“Cijfers zorgen voor de meetbaarheid van zaken”, zegt Paul Hellings. “Bij de onderbouwing van een verhaal zijn ze altijd van belang. Ik vind het mooi om ze te scannen en te puzzelen en te analyseren: wat is hier aan de hand?”
Zijn rol bij de AOb is onder meer om maatregelen, wetsvoorstellen, cao-voorstellen en plannen vanuit bijvoorbeeld de Inspectie van het Onderwijs en Den Haag te bekijken op de impact voor de sector: is dit een bezuiniging, doorkruist dit ander beleid, zijn we hier als vakbond blij mee? Ook ondersteunt hij rayonbestuurders, als die bijvoorbeeld te maken krijgen met ingrijpende maatregelen op een school in hun regio. “Ik doe aan factchecking. Klopt dit en wat zijn dan de mogelijkheden? Ik probeer vooral aan de voorkant mee te denken om ongewenste effecten voor onze leden te voorkomen.”
Dat de mr binnenkort instemmingsbevoegdheid krijgt op hoofdlijnen van de begroting vindt Hellings een vooruitgang. “Je hoeft daar heus geen accountant voor te zijn, je moet niet op een foute stoel gaan zitten. Je kunt op metaniveau de goede vragen stellen. Kijk naar de hoofdlijnen, de kengetallen, lees de continuïteitsparagraaf van de jaarrekening. Daar moet instaan welke reserves en risico’s er zijn, hoe de school die risico’s beheerst. Kijk of het standaardteksten zijn of dat het om keuzes voor jullie school of organisatie gaat. De dialoog moet gaan over: wat betekent het voor óns. Hoe is ons beleid, gekoppeld aan het geld? Als we internationalisering bijvoorbeeld zo belangrijk vinden, waar zien we dat dan terug?”
Je bent als mr ook geen controller, dus die kennis over hoe het allemaal bedrijfseconomisch werkt binnen de organisatie hoef je helemaal niet te hebben, zegt hij: “Je wilt de toelichting.”
Kaderbrief
Vraag als mr en gmr daarom in het voorjaar al om de kaderbrief van de begroting. Daar staan alle uitgangspunten, aannames en doelstellingen in. Die kaderbrief maakt het makkelijker om later naar de begroting te kijken, adviseert Hellings. En, zegt hij: “Vraag dóór. Een goede bestuurder heeft graag kritische mensen, die houden hem scherp.”
Het gaat erom dat je ‘het goede gesprek’ voert, zegt hij. “Daar hoef je echt geen financieel expert voor te zijn. Als je het thuis kunt over je eigen inkomsten en uitgaven, dan kun je dit ook. Durf te vragen: waarom worden welke keuzes gemaakt en wat is het gevolg. Welke risico’s lopen we? Ga naar de kern, niet of het schoolreisje 2500 of 3000 euro kost.”
Lukt het toch niet op eigen kracht? “Als je er zelf niet uitkomt, schakel dan een deskundige in. Met een mr-servicepakket van de AOb heb je recht op een aantal uren ondersteuning. Maak daar gebruik van.”
Over zijn carrière als docent:
“Ik heb vijf maanden zelf voor de klas gestaan als docent economie. Dat was niks voor mij. Ik vind kennis overdragen leuk, maar niet om twintig keer hetzelfde uit te moeten leggen. Ik werk graag op het snijvlak van onderwijs en financiën: dat deed ik bij het Ministerie van OC en W, de gemeente Eindhoven, een groot schoolbestuur en de laatste jaren bij de AOb.”