Arbeidsmarkttoelage; een oneerlijke verdeling
Meer geld, maar niet voor iedereen en niet langer dan twee jaar. Wat zijn de marges voor mr-leden bij de verdeling van deze 375 miljoen euro arbeidsmarkttoelage voor personeel op achterstandsscholen? Het wordt de ene onrechtvaardigheid tegen de andere afwegen, blijkt overal in het land.
In Emmen vond wethouder Raymond Wanders de voorgeschreven verdeling van de arbeidsmarkttoelage oneerlijk, zei hij half oktober in het Dagblad van het Noorden. Zeven openbare scholen in Emmen komen volgens het ministerie gezien hun achterstandsscores in aanmerking voor het extra geld. Het personeel van de 20 andere openbare scholen in de gemeente viel buiten de boot en dat tikt aan bij een bonus van gemiddeld 8 procent op het salaris, gedurende twee jaar. Als verantwoordelijk bestuurder voor het openbaar onderwijs in Emmen, besloot Wanders het beschikbare geld te verdelen over álle leerkrachten op álle openbare scholen. Dat mag volgens de regels, zegt de wethouder.
Het ministerie heeft inmiddels laten weten dat dit níet de bedoeling is van de arbeidsmarkttoelage. De personeelsgeleding van de medezeggenschapsraden zou niet akkoord moeten gaan. “Wij verwachten dat het onderwijspersoneel in Emmen het niet laat gebeuren dat deze middelen ergens anders terechtkomen dan waar het geld voor bedoeld is”, zegt een woordvoerster van de minister in de regionale krant. Namelijk de scholen die volgens het ministerie het grootste risico lopen op onderwijsachterstanden, 15 procent van het totaal.
Slecht plan
Vakbonden en werkgeversorganisaties noemen deze arbeidsmarkttoelage van meet af aan een slecht plan om de problemen aan te pakken. Natuurlijk moet er meer geld naar de salarissen in het onderwijs, stellen ze. Natuurlijk hebben achterstandsscholen nog meer moeite om goede leraren, ondersteunend personeel en schoolleiders aan te trekken en te behouden, schreven de sociale partners in een brief aan de Tweede Kamer. Dat brengt de kwaliteit van het onderwijs op die scholen in gevaar. “Maar het lerarentekort is een structureel vraagstuk dat vraagt om structurele maatregelen.” Een tijdelijk extraatje gedurende twee jaar is niet genoeg, stellen ze: “Het zijn korte termijn lapmiddelen.”
Alles-of-nietsregeling
De arbeidsmarkttoelage pakt in de praktijk soms erg ongelukkig uit, schrijft Freddy Weima, voorzitter van de PO-raad, in een blog. “Ik hoorde van twee scholen aan hetzelfde plein met bijna dezelfde leerlingenpopulatie. De éne school hoort net wel, en de andere net niet, bij die 15 procent.” Hij noemt het een alles-of-nietsregeling. “Dat leidt tot onrechtvaardigheid. (..) ook omdat de criteria (…) verouderd zijn.” Maatwerk zou beter zijn, stelt hij, omdat de arbeidsmarkt niet in iedere regio hetzelfde is.
Toch lijken de meeste besturen het geld, na overleg met hun pgmr, wel te verdelen op de manier die minister Slob voorschrijft. Stichting Primair Onderwijs SPO, 38 openbare basisscholen in de stad Utrecht: “De insteek is om de middelen toe te kennen aan het personeel van de scholen die het geld ontvangen hebben. We zijn bezig met een voorstel voor de wijze van toekenning en de basisafspraken daarbij. In samenwerking met het dagelijks bestuur van de gmr leggen we die voor aan de betrokken pmr’s.”
Stichting Arlanta, 22 christelijke basisscholen in Noordoost Friesland: “Alle gelden die op basis van weging binnenkomen, gaan rechtstreeks naar de scholen. Dit is conform het beleid dat in het verleden met de gmr is vastgesteld.”
Opmaatgroep, 15 openbare basisscholen in Tilburg en omgeving: “Wij verdelen het rechttoe-rechtaan volgens de aanwijzingen van de overheid. Zuiver, rechtstreeks naar de scholen die daarvoor in aanmerking komen.”
Maar enthousiasme over de regeling is er nauwelijks. “Onrechtvaardig”, vindt bestuurder Ryszard Kruszel van Stichting Movare in Limburg. (zie kader)
Ingewikkelde keuzes
Zo kunnen medezeggenschappers voor ingewikkelde keuzes komen te staan met gevolgen voor de collegiale verhoudingen. Ga er als pmr van die ene achterstandsschool maar eens tegenin, als de pgmr het geld over al het personeel wil verdelen. En hoe voelt het als een aantal collega’s niets extra krijgt terwijl ze eigenlijk exact hetzelfde werk doen met dezelfde leerlingen maar gezien de strikte normen nét buiten die 15 procent vallen?
Een duurzame oplossing is deze toelage zeker niet, vindt Paul Hellings, beleidsmedewerker bekostiging en financieel toezicht bij de Algemene Onderwijsbond. “Als je nu als personeelslid 10 procent extra salaris krijgt en over twee jaar raak je dat weer kwijt: daar wordt niemand vrolijk van natuurlijk. En het lost het personeelstekort op die scholen zeker niet op.”
Een uitgebreide toelichting op de site van het ministerie meldt nadrukkelijk dat dit geld bedoeld is om het werken op de 15 procent achterstandsscholen aantrekkelijker te maken en zo het herstel van kansengelijkheid te bevorderen. Het mag alleen naar extra salaris en niet worden verdeeld over meer vestigingen. Want, redeneert het ministerie, dan stelt het extraatje te weinig voor om meer personeel te trekken.
Goed gesprek
Overleg over de arbeidsmarkttoelage in het primair onderwijs vindt allereerst plaats met de personeelsgeleding van de gmr, aldus het ministerie. Een goed gesprek over de inzet en verdeling van de toelage kan ook breder worden gevoerd, bijvoorbeeld met de pmr van deze vestigingen. In het voortgezet onderwijs gaat het om overleg met de pmr, maar met de pgmr als er een gemeenschappelijk belang is voor alle scholen of een meerderheid van de scholen bij een bestuur.
In overleg met de medezeggenschap kan ervoor worden gekozen om het extraatje op meerdere vestigingen gelijk te trekken, mits die allemaal in aanmerking komen voor de toelage. Dus niet 6 procent op de ene school en 10 procent op een andere school van hetzelfde bestuur. Zulke verschillen kunnen optreden bij een groot verschil in aantal personeelsleden op die vestigingen. Nog een vrije keuze: als van twee vestigingen van één bestuur in hetzelfde gebouw slechts een de arbeidsmarkttoelage heeft gekregen. Dan mag het bestuur na instemming van de medezeggenschap het geld toch verdelen, als het personeel met exact dezelfde groep leerlingen werkt.
Of scholen zich aan de regels en die uitzonderingen houden? Daar is bij deze regeling geen speciale accountantscontrole achteraf. Scholen die de arbeidsmarkttoelage niet uitgeven of ergens anders aan besteden, hoeven het geld niet terug te geven. De overheid vertrouwt op de veiligheidsklep van de direct belanghebbenden: “Wij verwachten dat het onderwijspersoneel het niet laat gebeuren dat deze extra middelen ergens anders terechtkomen.”
Welke scholen in aanmerking komen is na te zoeken op de site van de overheid.
De OCW-toelichting staat hier.
Ongelukkig met idiote maatregel
Acht van de 46 scholen onder het bestuur van de stichting Movare komen in aanmerking komen voor de arbeidsmarkttoelage. Het gaat om 182 medewerkers (152 fte) van de ongeveer 1050 personeelsleden. “Zowel wij als bestuurders als de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad zijn zéér ongelukkig met deze regeling”, zegt bestuurder Ryszard Kruszel. “Het is zó onrechtvaardig. We willen geen tweedeling in het onderwijs en binnen teams. Iedereen werkt keihard en er is meer salaris nodig voor álle collega’s. Bij ons komt het voor dat het personeel op de éne school wel in aanmerking komt voor de arbeidsmarkttoelage en hun collega’s vijf straten verderop of zelfs de school ernaast met een vergelijkbare leerlingpopulatie krijgen niets. Dat voelt heel slecht.”
Movare gaat, na overleg met de personeelsgeleding van de gmr, het geld verdelen zoals minister Slob wil: zowel onderwijspersoneel als onderwijsondersteunend personeel op de acht aangewezen scholen. Ook langdurig zieken, zwangeren en vervangers tellen daarbij mee, tussentijdse mutaties worden verwerkt. Kruszel: “Iedereen krijgt een brief hoe het bedrag is berekend. Al wachten we nog op de beloofde uitwerking van het ministerie.”
Zo’n tijdelijke toelage kan overigens onvoorziene en onwelkome bijeffecten hebben, merkt Kruszel. “Denk aan vergaande consequenties voor het recht op huursubsidie of zorgtoeslag.” Alle schooldirecteuren gaan daarom in gesprek met collega’s om te zien of dit speelt. “Er zijn al collega’s die een afstandsverklaring hebben opgesteld. En dat betekent dus dat de anderen weer wat meer krijgen.”
Het ergste vindt hij dat deze ‘idiote maatregel’ niet werkt: “Hier haal je geen extra personeel mee binnen. De 500 miljoen die eraan komt voor iedereen in het po, dat is essentieel, daar verwachten wij wél wat van. Ik denk dat er vanuit het vo, waar de krimp ook komt, wel mensen over gaan stappen naar het po.”
De tijdelijke arbeidsmarkttoelage zou een perverse prikkel kunnen zijn voor personeel om binnen een organisatie te gaan shoppen, al ziet hij dat bij Movare niet gebeuren.”
Het personeel is geïnformeerd dat de stichting, net als de PO-raad en de vakbonden, het niet eens is met de arbeidsmarkttoelage en dat er geld nodig is voor álle scholen. “Natuurlijk, sommige mensen zijn er blij mee en rekenen er al op. Dat mag ook.”
Lees ook mr-zet-geld-uit-de-arbeidsmarktoelage-zo-slim-mogelijk-in/