Andere schooltijden? Kalmpjes aan
Dat model met vijf gelijke schooldagen kan iets voor ons zijn, denkt de school eind 2019, en het voornemen tot onderzoek komt net voor de kerstdagen in de nieuwsbrief. Met medeweten van de medezeggenschapsraad krijgen de ouders in februari informatie, in maart is er een ‘voorpeiling’, in april houdt de mr een enquête onder ouders en in mei is het besluit genomen: nieuwe lestijden vanaf augustus.
Dat gaat een van de ouders, tevens lid van de mr, te snel. Verandering van de schooltijden heeft gevolgen voor de buitenschoolse opvang waar haar kind zich op zijn plek voelt. Die BSO heeft geen vijf-gelijke-dagenmodel en het nieuwe rooster schopt ook het weekritme in de war van een tweede kind, leerling in het speciaal onderwijs.
De school komt met oplossingen waar de ouder niet mee uit de voeten kan, plaatsing van beide kinderen op dezelfde school blijkt onmogelijk en over uitstel valt niet te praten. Reden voor de moeder om naar de klachtencommissie te stappen; andere schooltijden hebben zo veel gevolgen dat het niet iedereen lukt om binnen een zomer alles te regelen.
De school, die dacht de medezeggenschap netjes te hebben afgewikkeld, krijgt van de klachtencommissie ongelijk. De coronacrisis maakt het ouders moeilijker dan ooit om andere buitenschoolse opvang te regelen. Het valt niet in te zien, schrijft de commissie, waarom de school de wijziging niet een jaar later had kunnen invoeren, zodat er ruim voldoende tijd was voor ouders/verzorgers om aanpassingen te doen. Een invoeringstermijn van drie tot vier maanden is te kort.
Landelijke Klachtencommissie Onderwijs, 109314, 29 september 2020