Alle mr-leden op een kluitje?
Onze school heeft meerdere vestigingen en slechts 1 brinnummer. Meestal is er dan een medezeggenschapsraad voor de zaken waar alle locaties mee te maken hebben, en komen er deelraden op de vestigingen. Bij ons wil het bevoegd gezag geen deelraden, maar de medezeggenschap op locatie organiseren met subgroepjes uit de mr. De locaties liggen ver uit elkaar en er zijn relevante verschillen in de onderwijskundige aanpak. Omdat vrijwel alle beleid op locaties ligt, zou de voltallige mr vrijwel een slapend bestaan gaan leiden terwijl het werk in de subgroepen gebeurt. Is dit een praktische oplossing?
Antwoord
Hoe los de samenwerking ook is, er zal medezeggenschap nodig zijn op het niveau van de koepel en op de plekken waar het onderwijs wordt gegeven. Het motto ‘medezeggenschap volgt zeggenschap’ is niet voor niets een van de hoekstenen in de wetgeving. Bij meerdere brinnummers zien we dan een gmr met diverse mr’s, in uw situatie zijn deelraden de gebruikelijke aanpak.
Een gevolg van het alternatieve organisatiemodel dat uw bevoegd gezag voorstelt, is dat sommige mr-leden zullen moeten kiezen op welke vestiging ze zich willen inzetten. Denk aan leerkrachten die op meerdere plekken lesgeven of aan ouders met kinderen op diverse locaties. Bij de instelling van deelraden zouden zij op meerdere plekken deel kunnen nemen aan de medezeggenschap. Maar in een mr die is samengesteld uit vertegenwoordigers van locaties, kunnen zij er slechts één vertegenwoordigen.
Verder dreigt uw mr op centraal niveau een groot en log orgaan te worden: als u bij zes vestigingen kiest voor de minimale vertegenwoordiging van twee ouders en twee personeelsleden, dan zitten er 24 leden in de mr. Als veel van het beleid zich inderdaad op locaties afspeelt, kan het praktisch zijn om drie personeelsleden en drie ouders te kiezen en dan groeit de mr naar 36 leden. Deelraden instellen is een veel praktischer oplossing.