Geen sluiproute via de mr
Als het uitbesteden van logopedie op een school voor speciaal basisonderwijs op verzet stuit van de medezeggenschapsraad, probeert het bevoegd gezag de maatregel op een andere manier te verwezenlijken. Namelijk door de functie te schrappen in het bestuursformatieplan voor de hele organisatie van twaalf scholen en hiervoor de vereiste instemming te vragen aan de personeelsgeleding van de gmr.
De mr en de gmr kiezen dezelfde lijn: een eigen logopedist is van groot belang voor de ene school voor speciaal basisonderwijs binnen de groep en dus hoort de medezeggenschap te liggen bij de school-mr, niet bij de gmr. Eigen logopedie is van belang voor de leerlingen en is voor ouders de goedkoopste en de beste oplossing. Een toelichting van het bestuur over kosten en kerntaken verandert daar niets aan. Ook het argument dat de directie van de school voor speciaal onderwijs niet in staat is om de kwaliteit van de geboden logopedie te beoordelen, weet de mr en de gmr niet te overtuigen.
Dan is er nog een stap die het bestuur kan nemen: bij de geschillencommissie om vervangende instemming vragen, die volgens het bestuur opgelegd moet worden aan de personeelsgeleding van de gmr. Fout, oordeelt de commissie. Erger nog, het bestuur heeft procedureel de ene fout op de andere gestapeld met zijn pogingen om de direct betrokkenen via de gmr buitenspel te zetten. Het bestuursformatieplan zonder logopedie kan de prullenmand in.